010 - 456 46 77
( 17:00)
Login Loket

Maak tijdig bezwaar bij navorderingsaanslag 2017 of eerder

Zorg dat u tijdig bezwaar maakt als u het niet eens bent met een navorderingsaanslag over 2017 of een eerder jaar. Als u te laat bezwaar maakt, wordt dit bezwaar namelijk niet in behandeling genomen, ook niet als verzoek om ambtshalve vermindering.

Navorderingsaanslag

De Belastingdienst kan aan u of uw vennootschap een navorderingsaanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting opleggen als zij menen dat uw oorspronkelijke definitieve aanslag te laag was. De Belastingdienst moet dit over het algemeen doen binnen vijf jaar na afloop van het jaar waarop de aanslag betrekking heeft. Had u uitstel tot het indienen van uw aangifte, dan wordt deze vijf jaar met de uitsteltermijn verlengd.

Voorbeeld

Voor het jaar 2017 kan de Belastingdienst nog tot en met 31 december 2022 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting 2017 aan u opleggen. Kreeg u echter vier maanden uitstel voor het indienen van uw aangifte, dan heeft de Belastingdienst nog tot en met 30 april 2023 om aan u een navorderingsaanslag over het jaar 2017 op te leggen.

Let op!
In zogenaamde buitenlandse situaties geldt een termijn van twaalf jaar in plaats van vijf jaar.

Bezwaar tegen navorderingsaanslag

U kunt een bezwaar indienen als u het niet eens bent met een navorderingsaanslag. Een bezwaar is op tijd als dit binnen zes weken na dagtekening van de navorderingsaanslag is ingediend.

Ambtshalve vermindering

Dient u uw bezwaar te laat in, dan neemt de Belastingdienst het bezwaar in behandeling als verzoek om ambtshalve vermindering. Maar let op, volgens de wettelijke bepalingen die hiervoor gelden, doet de Belastingdienst dit alleen als uw bezwaar is ingediend binnen vijf jaar na afloop van het jaar waarop de aanslag betrekking heeft.

Let op!
Die vijf jaar geldt ook als de navorderingsaanslag is opgelegd na afloop van die vijf jaar, aldus de Hoge Raad. Zorg er in zo’n geval daarom altijd voor dat uw bezwaar op tijd is. Is uw bezwaar te laat? Dan neemt de Belastingdienst deze namelijk niet meer in behandeling!

Voorbeeld

De Belastingdienst legt op 31 januari 2023 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting 2017 aan u op. Deze aanslag is op tijd, omdat u voor het indienen van de aangifte 2017 vier maanden uitstel had. U bent het niet eens met deze navorderingsaanslag en dient op 1 augustus 2023 een bezwaar in. Dit bezwaar is niet ingediend binnen zes weken na de dagtekening en dus te laat. De Belastingdienst neemt uw bezwaar niet in behandeling als verzoek om ambtshalve vermindering omdat de vijfjaarstermijn voor het indienen van een verzoek om ambtshalve vermindering op 31 december 2022 verliep.

Definitie van een fiets

Er bestaat geen wettelijke definitie van een fiets. Voor de loonbelasting telt daarom als fiets wat in het gewone spraakgebruik als fiets wordt gezien. De elektrische fiets of e-bike doet daar dus ook automatisch in mee.

Gewone brom- en snorfietsen vallen buiten de bijtellingsregeling voor fietsen. Wel valt door een wettelijke uitbreiding van het begrip ‘fiets’ in de loon- en inkomstenbelasting de speedpedelec onder het forfait van 7%. Een speedpedelec is een fiets met elektrische trapondersteuning met een maximale snelheid tussen de 25 en de 45 km per uur.

Fiscaal kunnen in deze regeling ook sportieve fietsen zoals een racefiets of mountainbike ingezet worden als fiets van de zaak.

Bijtelling over de consumentenadviesprijs

De in Nederland door de fabrikant of importeur publiek kenbaar gemaakte consumentenadviesprijs geldt als uitgangspunt voor de waarde waarover de bijtelling van 7% wordt berekend. Als er voor de fiets geen consumentenadviesprijs bekend is, moet de consumentenadviesprijs van de vergelijkbaarste fiets gehanteerd worden.

Deze waarde geldt zowel voor een nieuwe als voor een gebruikte fiets.

Tip!
Het is daarom vaak aantrekkelijk de fiets na een aantal jaren door de werknemer in privé over te laten nemen. De werkgever mag voor wat betreft de overnameprijs uitgaan van de prijs bij aanschaf minus een afschrijving van 20% per jaar. Dit betekent dat de fiets na vijf jaar gratis door de werknemer zou kunnen worden overgenomen. De bijtelling van 7% vervalt vanaf dat moment. Voor zakelijk gefietste kilometers, inclusief woon-werkverkeer, kan dan een onbelaste vergoeding van € 0,21 per km worden verstrekt. Daarnaast kan de werkgever voor de overnameprijs van de fiets desgewenst een renteloze lening verstrekken.

Voor gebruikte fietsen zal het niet altijd makkelijk zijn om de oorspronkelijke consumentenadviesprijs te achterhalen. De gezamenlijke fietsimporteurs en fabrikanten hebben daarom via de Stichting Digitaal Samenwerken Tweewielerbranche een onlinetool beschikbaar gesteld op de website www.bijtellingzakelijkefiets.nl.

Btw aftrekbaar onder voorwaarden

Naast het effect op de loonbelasting kan de mate van gebruik voor woon-werkverkeer indirect ook van belang zijn voor de btw-aftrek op de fiets. De btw op de aankoop of de leasetermijnen is tot maximaal € 130 aftrekbaar.

Aan deze aftrek zijn in het BUA (Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting) wel voorwaarden verbonden. Die houden in dat de werkgever in het kalenderjaar en de twee voorafgaande kalenderjaren aan de werknemer niet eerder een fiets heeft verstrekt of ter beschikking heeft gesteld. Daarnaast mag de werkgever voor deze btw-aftrek vanaf het verstrekken of ter beschikking stellen van de fiets tot het einde van het kalenderjaar en in elk van de twee volgende kalenderjaren niet voor 50% of meer van het aantal dagen een reiskostenvergoeding verstrekken of op een andere manier voorzien in woon-werkverkeer.

Praktisch bezien betekent dit dus bijvoorbeeld géén btw-aftrek als de medewerker naast de fiets ook een auto van de zaak heeft, maar bijvoorbeeld wel btw-aftrek als de medewerker alle dagen per fiets reist en geen reiskostenvergoeding meer krijgt.

De aftrekbeperking van de btw tot maximaal € 130 geldt niet voor de zakelijke fiets van de ondernemer zelf. Deze zal daarom het privégebruik zo goed mogelijk moeten schatten en kan vervolgens dit deel van de btw niet aftrekken.

Eigen bijdrage voor privégebruik

De bijtelling voor het privégebruik van de ter beschikking gestelde fiets van de zaak betreft het bedrag dat bij de werknemer wordt belast voor het privé kunnen gebruiken van de fiets. Feitelijk gaat het daarbij om vaststelling van loon in natura. Voor zover de werknemer zelf de kosten van die fiets betaalt in de vorm van een vergoeding voor privégebruik, is er geen sprake van een belast voordeel en daarom ook niet van fiscaal loon in natura. In de wet is het zo geregeld dat de bijtelling belast wordt ‘voor zover deze uitgaat boven de vergoeding die de werknemer voor het gebruik voor privédoeleinden is verschuldigd’.

Tip!
Belangrijk is dan wel dat de werkgever de bijdrage van de werknemer juridisch en administratief de vorm geeft van een vergoeding voor privégebruik en dat dit administratief via de loonstrook verwerkt wordt.

Betaalt de werknemer een eigen bijdrage voor de ter beschikking gestelde fiets, dan is die bijdrage belast met btw. Voor de btw-aftrek van maximaal € 130 moet vervolgens worden beoordeeld of de inkoopprijs minus de eigen bijdrage hoger of lager is dan € 749 inclusief btw. Als het saldo niet hoger is dan dit bedrag, komt de voor de inkoop/lease van de fiets aan de ondernemer in rekening gebrachte btw volledig voor aftrek in aanmerking.

Als de inkoopprijs of het totaal van de leasetermijnen na aftrek van de eigen bijdrage van de werknemer hoger is dan € 749 inclusief btw, is de aftrek van btw uitgesloten voor het bedrag dat uitkomt boven € 749.

Investeringsaftrek

Op zakelijke, al dan niet ter beschikking gestelde fietsen kunt u in aanmerking komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Op elektrische bakfietsen en speedpedelecs kan daarnaast de milieu-investeringsaftrek (MIA) van toepassing zijn. Die investeringsaftrek geldt ook bij operationele lease, waarbij de leasemaatschappij de aftrek toepast.

Volgens code F3119 van de Milieulijst van 2023 komt de elektrische bakfiets in aanmerking voor 45% MIA en voor 75% willekeurige afschrijving. Het gaat daarbij om een bakfiets voor het vervoeren van goederen of personen, waarbij de aanschaf per bakfiets ten minste € 4.000 bedraagt. De MIA geldt dan ook voor een eventuele aanhangwagen, wisselaccu en oplaadstation.
Daarnaast komt in 2023 de eerdergenoemde speedpedelec in aanmerking voor 27% MIA en voor 75% willekeurige afschrijving.

Tip!
Om voor MIA en willekeurige afschrijving in aanmerking te komen, moet de investering binnen drie maanden na het aangaan van de verplichting(en) zijn aangemeld bij de RVO.

Disclaimer
Hoewel bij de samenstelling van deze Advieswijzer de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene karakter van de Advieswijzer, is deze niet bedoeld om alle informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen.